De avonturen van Frits, in Ierland

Het gele gaspeldoorneiland

Reisleiders en reisboekenschrijvers noemen Ierland graag ‘het groene eiland’. Dat kan en dat mag, maar Ierland is niet altijd helemaal groen. In mei kleuren grote delen van het landschap felgeel. En zeg nou niet: wat mooi al die brem, want het is geen brem. Het is gorse, oftewel gaspeldoorn, een struik die in Nederland vrij zeldzaam is.

Brem en gaspeldoorn lijken wel op elkaar. De kleur geel is hetzelfde en ze behoren allebei tot de familie der vlinderbloemigen. Maar pas op want de gaspeldoorn is veel minder vriendelijk dan de brem. Ulex Europaeus heet in het Iers Aiteann. Aith betekent scherp en teann staat voor kwetsen. Dat zegt genoeg, je kunt je heel gemeen aan de stekels bezeren. Tegelijk is dit ook de reden waarom de struik zo enorm is uitgedijd. Zet een haag gaspeldoorn om je land en geen schaap of koe kan nog ontsnappen. Bovendien zullen eventuele veedieven zich wel twee keer bedenken voordat ze proberen door de stekelige takken heen te breken.

De gaspeldoorn heeft nóg een eigenschap en dat is dat het olieachtige sap behoorlijk brandbaar is. Regelmatig hoor je op de radio een waarschuwing van een county council dat je gaspeldoorn maar beter niet te dicht bij je huis kunt hebben. En al helemaal niet in de buurt van je olie- of gastank. Gaat het eenmaal in de hens dan heb je in no time een enorme brand. Toch joegen boeren vroeger regelmatig het vuur in hun struiken. Het as van verbrande gaspeldoorn maakt de grond vruchtbaar. Strooi het uit over je land en je ziét het gras groeien. Bovendien overleven gaspeldoorns zo’n fik. Ze maken al snel nieuwe scheuten. En dat piepjonge gaspeldoorngroen is een delicatesse voor schapen en ander vee. Het begin van de zomer – oiche bealtaine – wordt op 30 april gevierd met vreugdvuren. Een tak van de gaspeldoorn diende traditioneel  om het vuur aan te steken.

Hoewel mei en juni de beste bloeimaanden zijn, kun je de gele bloemetjes bijna het hele jaar zien. ‘When gorse is out of bloom, kissing is out of season’, wordt wel gezegd. Het heldere geel werd ook gebruikt om kleding en  Ierse whiskey te kleuren. Dat laatste mag nu niet meer. Niet dat het schadelijk was, maar wettelijk is vastgelegd dat het kleuren van gedistilleerd nog maar met één stof mag en dat is karamel.

De stekels hielden niet alleen  het vee in de weide. Gaspeldoorn en de al even stekelige meidoorn hadden ook de taak om de aos sidhe te beschermen, ofwel de Ierse elfen. Achter de struiken bevindt zich de toegang naar de andere wereld, waar zoals bekend de elfen zich graag ophouden. Gaspeldoorn houdt al te nieuwsgierige mensen op een afstand. Volgens andere verhalen verstopten ook heksen zich in de gaspeldoorn. Juist daarom zouden bosjes zijn aangestoken. En dan – echt waar, men heeft het met eigen ogen gezien – vluchtten de heksen op hun bezemstelen alle kanten op. Krijsend en wel.

Comments (1):

  1. Rob Vermeer

    August 20, 2021 at 9:50 am

    Daar was ik graag bij geweest. Een vlucht Heksen.. weer eens iets anders dan regenwulpen.

    Reply

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *