‘Staat hij er nog?’
‘Ja, nog steeds. Hij is aan het luisteren.’
‘Ongelooflijk he, wat ze de mensen allemaal wijs kunnen maken… ‘
Misschien zeiden de mensen dit wel tegen elkaar toen ze mij lang geleden begluurden vanachter hun keukengordijntje. Op de fiets was ik vanuit Cong naar de Muileann an Leipreacháin gereden ofwel de Molen van de Leprechauns. Er was niets te zien, maar dat wist ik van tevoren. Je moest hier luisteren. Dan kon je de molenstenen van de Ierse kabouters horen. Zo werd gezegd. In vroeger tijden brachten boeren hun graanoogst naar deze plek en de volgende ochtend stond het dan keurig als meel in zakken langs de weg. Het gebeurde ook weleens dat het graan van een boer niét was gemalen. Maar dat was zijn eigen schuld. Dan had hij iets onaardigs over de leprechauns gezegd. Moet je natuurlijk nooit doen als je je graan gemalen wil hebben. Ik geef toe dat mijn geloof in leprechauns beperkt is. Waarom ik dan toch ging luisteren? Omdat er op die plek iets te horen moest zijn. Een schurend geluid van molenstenen dat in werkelijkheid werd veroorzaakt door een onderaardse rivier. Daar geloofde ik wel in. Maar ik hoorde niets. Het was doodstil.
Een leprechaun als molenaar is bijzonder. Traditioneel zitten ze immers op een pot goud aan het einde van de regenboog. Zo worden ze vaak afgebeeld, in een groen tuniekje met een hoedje met een klavertje erop. Maar ze werkten ook als schoenmaker voor de elfen.
De oudste verhalen waarin de wezentjes voorkomen werden verteld in noord Leinster. Langzamerhand verspreidde de leprechaun zich over heel Ierland. Overal heetten ze anders. Van luprachán (noord Leinster) via luchramán (Ulster) en lúracán (Connacht) tot luchragán en lurgadán (Munster). De betekenis van al deze namen is ‘klein lichaam’. Klein en gewiekst, dat waren ze. In een aantal verhalen zijn leprechauns mensen te slim af. Een man wist er ooit eentje te vangen en dwong het wezentje te vertellen waar zijn pot met goud was begraven. De leprechaun wees naar een boom. De man knoopte een lint om de boom zodat hij hem kon terugvinden en ging op zoek naar een schep. Toen hij terugkwam was de leprechaun verdwenen en zat om iedere boom in het bos een identiek lint geknoopt.
Eigenlijk was ik mijn hele bezoek aan de molen van de leprechauns alweer vergeten, tot vorige week. Vanwege enkele flinke veranderingen in mijn tuin gingen mannen met een graafmachine aan de slag. Na een tijdje kwam er eentje naar mij toe met een steen. Een platte ronde steen met een gat in het midden, diameter zo’n 25 centimeter en duidelijk handgemaakt. En toen dacht ik opeens aan de molen van de Leprechauns. Zou er in mijn tuin ook zo’n molen zijn geweest? Archeologen van het National Museum in Dublin zijn hem aan het bekijken. Maar ik vind het net een kleine molensteen. Zo eentje waarvan je je kan voorstellen dat leprechauns er graag mee werkten.
Ineke
August 18, 2021 at 7:41 am
Leuk ,spannend dat de steen nu onderzocht word .☘️
Hans
August 19, 2021 at 5:33 pm
Mooi verhaal, sfeervol. Die steen! Kon hij maar vertellen wat hij in een ver verleden moest doen en voor wie!
Rob Vermeer
August 20, 2021 at 9:42 am
Geweldig, zou er toch meer zijn dan wij denken? ben benieuwd wat de geleerden ervan vinden